vrijdag 18 mei 2012

Drama les over emoties

Ik heb een les gegeven over emoties in groep 6. Deze les begon ik met een stukje van een filmpje over emoties:  
http://www.youtube.com/watch?v=c3fSA54MUq4 .Hierover heb ik met de klas gepraat. 'Wat zag je nou eigenlijk?' we kwamen tot de conclusie dat het emoties waren. 'Maar welke dan?'  We hebben de emoties op het bord geschreven, in de vorm van een woordweb. We kenden er samen heel veel.
Wat zijn kenmerken van bepaalde emoties? Ik gaf enkele leerlingen de beurt, ze vertelde het dan waarop ik vroeg of ze het voor konden doen voor de klas? Zo kon iedereen hen goed zien en was het meteen duidelijk.  Belangrijke kenmerken van een emotie hebben we opgenoemd. bijvoorbeeld boos. Dit kun je zien aan een boos gezicht, maar juist doordat het voorgedaan werd voor de klas was ook duidelijk dat het in je houding zit. Je kunt namelijk al heel veel zeggen met je houding en je gezichtsuitdrukking. Op deze manier hebben we enkele emoties behandeld. Daarna heb ik duidelijke afspraken gemaakt met de klas en mijn verwachtingen uitgesproken over de lesvoortzetting in het speellokaal. Daar zijn we met zijn allen heengegaan. Ik gaf daar de maat aan met instrumenten, die we samen hadden uitgekozen bij de emotie, en de leerlingen liepen daarop met als opdracht een bepaalde emotie uit te beelden. We hebben zo 4 belangrijke emoties gehad. Voordoen, nadoen, aan elkaar laten zien. Dit deden we bij Verdrietig, Boos, Blij en Bang.
Daarna heb ik mijn stoeltjes neergezet en vertelde ik over de heel bijzonder bus. De emotiebus was hier namelijk gestopt. Ik wees een chauffeur aan en vertelde wat de bedoeling was. Ik gaf hem een pet en ging als eerste in de bus zitten. Zo zagen de kinderen wat de bedoeling was. en ik wees zo enkele kinderen aan. Dit ging erg goed. De kinderen vonden het super! en daarom hebben we hem nog een keer gedaan.
Na deze opdracht had ik een opdracht gegeven om met een groepje van 4 een emotie te kiezen en deze uit te breidden. De emotie moest vergroot worden. dus de ene begon een beetje blij bijvoorbeeld en de laatste was superblij! En daartussen zag je dan een groei. dit hebben de leerlingen geoefend en aan elkaar laten zien.
Daarna was de les voorbij. We gingen terug naar de klas en hebben daar de les gereflecteerd.


Lesvoorbereiding

Naam
Lisanne van de Weitgraven
Groep
1d
ICO
(Stagebegeleider)
Jacqueline Wery
Praktijkschool
C.J. van Rootselaar
Groep
6
Mentor
Jacqueline Wery
Activiteit
Drama les
Datum
01-03-2012

Leerpunten student
1.      Mijn verwachtingen duidelijk met de kinderen bespreken.
2.      Letten op het overzicht en het brede blikveld tijdens de les.
3.      Gebruik maken van het stilteteken.

Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie
Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de werkvorm, …
 De kinderen kennen de emoties : Blij, Boos, Bedroefd en Bang. (4 B’s)

Ze kennen daar kenmerken van

Veel leerlingen weten nog meer emoties te noemen


Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben? Formuleer je doelen SMART.
De leerlingen kunnen de emoties uitbeelden

De leerlingen kunnen de emoties bij de ander herkennen


Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.
Ik observeer tijdens mijn les

Tijdens de les vraag ik kinderen wat ze zien en wat ze er van vinden



Werkwijze en middelen (hoe en waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
Hoe wordt de leertijd gebruikt:
  leerkrachtgestuurd F
F leerlinggestuurd 

Ik laat een filmpje zien
Ik  vertel over emoties en stel er vragen over
En leg uit wat de bedoeling is van deze les.

De leerlingen luisteren en doen mee
Ze beelden emoties uit
Stellen vragen

Cd-speler met cd
Het digibord

NVT


Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
Instructie-middelen
Welke middelen gebruik jij?
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?

Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf
Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken?
Het digibord opgestart met het filmpje

Het speellokaal of apenstaartje ingericht (ruimte)

Tijdens de les houd ik de kinderen in de gaten, of ze goed op blijven letten, zo niet dan spreek ik ze daarop aan. En ben duidelijk.

Ik bespreek de les en laat nog wat dingetjes terugkomen door leerlingen naar voren te halen en wat te laten zien.
Tijdens
Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product?
Na afloop
Zorg een rustige overgang naar de volgende les. Wie ruimt wat op? Waar moeten leerlingen gaan zitten?
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)

Keuze lesmodel

Didactische Analyse

Activerende Directe Instructie

Ander model, namelijk:


benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel
Aanvullende vakdidactische eisen
·          
DA
ADI
1 Inleiding

2 Kern

3 Afsluiting
1 Terugblik
2 Oriëntatie
3 Uitleg
4 Begeleide inoefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie

continu: REFLECTIE

lesfase
tijd
activiteit
Inleiding










Kern



























 afsluiting
2-5










20-25



























2-5




Ik laat een filmpje zien over emoties  http://www.youtube.com/watch?v=c3fSA54MUq4
Welke emoties herken je? Hoe herken je ze?
Welke kennen jullie nog meer? We bespreken wat de kinderen hebben met emoties, hoe voelen ze zich nu en waarom, willen ze dat vertellen? en bedenk het anders in je hoofd. het is belangrijk dat de kinderen de les naar zichzelf toe trekken want zo staat in 'Kijk op spel', blz 178, Het is voor kinderen bijvoorbeeld erg aantrekkelijk om vanuit een eigen 'bron' te spelen, ook kunnen eigen associaties als inspiratiebron werken.

Naar het apenstaartje/ speellokaal. Daar gaan we lopen op de muziek totdat ik in mijn handen klap. We lopen eerst boos. Daarna blij. Als het dan weer stil is bespreken we het verschil en proberen we ook bang en bedroefd. we lopen op het geluid van een trom. Voor ik begin bespreek ik ook hoe snel of hoe langzaam de trom zou moeten klinken, wat past bij de emotie?
Ik geef complimenten en vertel wat ik zie. Zo staat ook in 'kijk op spel' blz 23: ' je krijgt meer zelfvertrouwen als je merkt dat je het kunt. in dit proces is positieve bevestiging vanuit je omgeving buitengewoon belangrijk.' Omdat drama nogal wat van sommige leerlingen vraagt is dit zeker iets wat belangrijk is en wat ik toepas tijdens de les.

vervolgens gaan we de emotiebus doen. De klas gaat zitten en voorin (of voor het podium in het apenstaartje) staan stoelen in de vorm van een bus.
er is een buschauffeur en deze heeft nog geen emotie. Maar degene die een kaartje kopen wel. Als deze heel blij is wordt iedereen in de bus blij en beelden dan uit, als vervolgens een bang persoon in stapt wordt de hele bus bang.
dit doen we totdat de bus vol zit. Ik kies ervoor dit met de hele klas te doen, en het spel te dramatiseren. in 'Kijk op spel' bl 179 staat namelijk dat: Op die manier levert de hele klas een aandeel en krijgen meerdere kinderen de kans om bijvoorbeeld hoofdpersonen te spelen.' Ook de kinderen die eerst niet echt durven worden betrokken en durven zo meer, ze worden uitgedaagd.

 dan hebben we nog een laatste lastige opdracht om de les af te sluiten, oefen maar eens in groepjes om een emotie uit te breiden. Anders gezegd om steeds bozer bijvoorbeeld te worden. Of steeds verdrietiger. En probeer het dan eens dat iemand begint en zo het rijtje af steeds erger wordt. De laatste persoon is dan heel overdreven in zijn emotie.

dit laten we aan elkaar zien en  bespreken wat we zien. we evalueren op het doel als we terug zijn in de klas en dan is de les voorbij.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten