beeldende vorming les in het bos

Op  donderdag 10 november ben ik met mijn stageklas naar het bos geweest. Het thema van deze weken was de herfst. En waar kun je nou beter ontdekken wat de herfst allemaal meebrengt. We zijn daarom gaan kijken naar wat we zagen, wat voor dieren en naar wat er op de grond lag.
Ook keken we goed naar de bladeren. Van welke boom ze vandaan kwamen. Maar ook belangrijk was dat de kinderen keken naar de kleur van de bladeren. Ze hadden namelijk allemaal een tasje meegenomen en ze mochten van alles meenemen maar een ding moest iedereen meenemen. en dat waren gekleurde herfstbladeren. We  gingen namelijk een mooie herfstslinger maken en daarvoor hadden we vooral verschillende bladeren nodig en ook daarbij konden we letten op vorm en op kleur.

Op school kwamen de kinderen met tassen vol bladeren aan. We hebben besproken wat we meegenomen hadden? Welke vorm hadden de bladeren? Hoe kun je beschrijven wat voor textuur bladeren hebben? Wat voor vorm heeft een kastanje? Hoe zie je dat? Zulke vragen heb ik gesteld en met de klas besproken. we hebben ook gekeken naar als we een slinger ervan zouden maken waar we dan op moesten letten. wat was belangrijk voor we aan het werk gingen? Hoe kregen we ze aan elkaar vast? Wat was daarvoor nodig en hoe kreeg je een echte slinger? De kinderen dachten erover na. Vervolgens heb ik de kinderen laten bedenken wat ze wilden. Ze zijn aan de slag gegaan en hebben daarna in groepjes van 4 een slinger gemaakt. Eerst gingen de leerlingen goed kijken naar wat ze wilde maken, welke kleur en welke volgorde. vervolgens maakte ieder zijn deel en hebben we een grote slinger door de klas gehangen.
Deze slinger werd de volgende morgen vol trots laten zien aan alle ouders!

Beeldende vorming les over vogels

Op 28-11-11 heb ik beeldende vorming gegeven in groep 1. We hebben gepraat over de vogels in de winter, hoe ze het hadden? Hoe wij voor ze konden zorgen? We hebben hier lang over gepraat en een filmpje gekeken hierover.
Vervolgens hebben we het filmpje besproken en gevraagd wie er allemaal een vogelhuisje hadden thuis of mezenbollen?

Na praten en ideeën heb ik de opdracht uitgelegd. 'we gaan een vogel maken in de sneeuw, en daarbij moet je denken aan hoe je hem kunt helpen om de winter te overleven. Er was een bak met materiaal waar de leerlingen uit konden kiezen. iedereen kon aan de slag en je zag bij iedereen andere dingen naar voren komen. dat was juist zo leuk. De een had een mezenbol, de ander een sliert pinda's en allemaal verschillende huisjes en houdingen van de vogel. leuk om te zien.

Het resultaat is erg leuk geworden:

Muziek les 'bedankt voor alle cadeaus'

Op 28-11-11 heb ik in groep 1 een muziekles gegeven over Sinterklaas.
Ik had cadeautjes op de tafel neergelegd en we begonnen ook meteen de les met cadeautjes. Want wat zou je willen hebben en wat heb je allemaal gehad? Er waren veel verhalen.
'Maar, wat zeg je dan eigenlijk als je een cadeau gehad hebt?' 'Dankjewel'.
En het duurde nog maar 4 nachtjes tot sinterklaas in de klas kwam en eigenlijk zouden we hem dan moeten bedanken.

Eerst gingen we met de cadeaus op de maat bewegen. De kinderen stonden in ritjes van 4-5 en kregen allemaal een cadeau. Als het liedje aanging, zo maakte de kinderen vast kennis met het nummer, begonnen de kinderen met doorgeven van het cadeau naar achter, als deze eenmaal achter was werd hij weer doorgegeven naar voren. Na een paar keer werd het lastiger, we moesten nu de pakjes door je benen doorgeven en later boven je hoofd.

Na het bewegen op het liedje gingen we eens goed luisteren naar de tekst ervan. We zaten allemaal weer op onze plek en luisterde goed.

'Sint, sint, sint, bedankt voor alle cadeaus,
voor de beer
en voor de bal
en voor de blokkendoos
Voor het hele kleine bruine zoete suikerbeest,
Bedankt, tot ziens,
Het was een heerlijk feest! '

Ik vroeg de kinderen welke cadeaus ze terug hoorde in het liedje. bij elk genoemde cadeau vroeg ik in welk cadeau hij zou zitten. ( er lagen op tafel ingepakte cadeaus: een beer, bal, blokkendoos en een suikerbeest)
Op deze manier  keken de kinderen ook meteen naar de vorm. Ze mochten dan het pakje uitpakken en kijken of het klopte. Toen alle cadeaus uitgepakt waren hebben we ze op volgorde neergezet. Ik zong het liedje voor en wees daarbij naar de voorwerpen, deze zongen de kinderen vast mee. en regel voor regel leerde ik het liedje aan. Tot we op het eind het liedje met zijn alle gezongen hebben.

We spraken af dit liedje ook voor sinterklaas te zingen om hem te bedanken, en oefende hem nog een paar keer.

Poppenkast 'sinterklaas op het dak'

Op 01-12-11 Heb ik een poppenkast voorstelling gegeven aan groep 1. Voor deze les heb ik alles klaar gezet en de kinderen kwamen binnen. toen iedereen zat begon de voorstelling. Het verhaal ging over Sinterklaas en sloot daarmee aan bij de belevingswereld van de kinderen. Het poppenspel was interactief en de kinderen bleven goed meedoen, ze hebben met open mond gekeken. (zie foto)

Na het poppenspel kwam ik erachter vandaan en hebben we gepraat over het poppenkast spel en wat de kinderen er van vonden. Ik vroeg ze toen wat zij zouden willen vertellen als ze een poppenkastvoorstelling zouden geven. En na veel ideeën hebben we afgesproken dat de kinderen zelf ook mochten gaan oefenen en als ze een stuk af hadden en klaar waren voor de voorstelling, mochten ze dit laten zien. Dit was erg leuk, de kinderen hadden ontzettend leuke verhalen en veel fantasie, leuk om naar te kijken. Nog leuker vonden de kinderen die het speelde, zij waren apetrots op hun poppenkast spel

Muziekles 'het is winter bibber bibber'

Op 24-01-12 heb ik muziek gegeven aan groep 1. Deze les sloot aan bij mijn vorige muziekles over bibberen. Ik had een: Sjaal, muts,jas en wanten meegenomen. We hebben besproken waar deze voor zijn en wat je er aan hebt. Om te beginnen hebben we het liedje over het beertje no geen keer gezongen en toen gepraat over wat bibberen ook alweer was en wat je dan ook alweer doet.  We hebben met zijn allen gebibberd.

Toen leerde ik het nieuwe liedje aan, dit ging over bibberen in de winter:

'Het is winter, bibberbibber, en ik bibberbibberbibber want buiten is het koud.
Doe je jas aan, bibberbibber
en je muts op, bibberbibber
Doe je sjaal om, bibberbibber
en je wanten aan.
Het is winter, bibberbibber en ik bibberbibberbibber want buiten is het koud!'

De eerste keer zong ik het liedje maar mochten de kinderen al meebibberen bij 'bibberbibber'
Daarna zongen we het samen. De spullen in het midden van de kring, die ik mee had genomen, kwamen allemaal voor in het liedje. Zo werd het liedje beeldend, doordat we elke keer de spullen aan konden wijzen om zo te kijken wat er kwam. Deze spulletjes hebben we dan ook eerst samen op volgorde gelegd.
We hebben het liedje een aantal keer samen gezongen gezongen. Daarna hebben we de muziekinstrumenten er ook bij gepakt. De kinderen vonden de belletjes bij bibberen passen en de trom en de wood blokken bij de kou van buiten. de instrumenten wisselde we door en deden mee op de muziek. Dit ging hartstikke goed!

Muziek les 'beertje heeft het koud'.

Op 12-01-2012 heb ik een muziekles gegeven aan groep 1.
Het thema was winter en buiten was het koud. Deze les ging het over bibberen. Wat is bibberen eigenlijk en wat doe je dan? Hoe klinkt het met muziekinstrumenten?

We begonnen deze les met allemaal spulletjes op de tafel in het midden van de kring. We bespraken ze en wat het te maken had met de winter. Deze spullen (jas, sjaal, muts, handschoenen) kon je namelijk allemaal aan tegen de kou. Want als je het koud had ging je bibberen. We kwamen erachter dat je dag wel goed na  kunt doen met een belletje. Een deel van de groep kreeg een belletje en 'bibberde' en het andere deel deed na hoe het buiten was, hierbij gingen de kinderen blazen en sneeuw vlokjes laten vallen. Toen we alle instrumenten weer weg hadden had ik een leuk liedje. 'Beertje heeft het koud' ik zong het een keertje voor en de kinderen deden meteen mee met de gebaren, later vroeg ik of ze ook mee wilde zingen.

'Beertje heeft het koud, wat doet hij dan daar buiten?
Beertje heeft het koud, wat is er aan de hand?

nou.. Beertje heeft een bibberend voetje
         Beertje heeft twee bibberende voetjes
         Beertje heeft een bibberend handje
         Beertje heeft twee bibberende handjes
         Beertje heeft een bibberend hoofdje
         Beertje heeft bibberende billen
         Beertje heeft een bibberende tong
          etc.

Dit kon je elke keer erbij verzinnen. Bij de eerste keer, zongen we het liedje met een bibberend voetje, de tweede keer zongen we het met twee bibberende voeten en zo zaten we uiteindelijk met de hele klas bibberend op onze stoel te zingen. Ik gaf tussendoor de beurt aan leerlingen en die mochten verzinnen wat er met het beertje aan de hand was, zo verzonnen we o.a ook een bibberend buikje erbij.

We hadden nu het bibberen gehad, maar hoe kwam het nou dat je ging bibberen? 'Door de kou','Door buiten'. Ik vroeg de kinderen wat er dan buiten was. 'Sneeuw en regen'. We zijn naar het speellokaal gegaan en ik had een trommel meegenomen. maar hoe klinken nou de sneeuwvlokjes die zachtjes op de grond vallen? ' Rustig op de trommel slaan!' En dat deed ik, als ik op de trommel sloeg en de sneeuwvlokjes langzaam neervielen, liepen de kinderen op de maat als sneeuwvlokjes door de ruimte heen, zachte stapjes en langzaam. Zelf deed ik ook mee.
We bespraken ook hoe de regen klonk, dit waren harde snelle slagen op de trom. De kinderen liepen dan springend en hard stampend in de plassen door de ruimte. Eerst deden we de bewegingen los van elkaar; eerst sneeuw, daarna regen. Later wisselde ik ze af en moesten de kinderen goed luisteren wanneer er gewisseld werd. 

Als afsluiting vertelde ik tegen de kinderen dat als je het koud hebt buiten je altijd even dit liedje kan doen en je het er dan warm van krijgt en dus niet meer hoeft te bibberen.

Dramales over de trein

Ik heb op 22-12-2011 een drama les gegeven aan groep 1. Deze les ging over treinen, dit had ik gekoppeld aan het weer buiten. Het was winter, het vroor en de treinen reden niet meer.
De les ben ik begonnen met een handpop van een machinist. Die groette de kinderen en vroeg aan hen de ervaring met treinen. Toen vertelde dat hij met een groot probleem zat.. Hij maakte zich namelijk zorgen over wat hij moest doen als de treinen niet zouden rijden. Ik vertelde dat deze kinderen hem makkelijk konden helpen. Zij wisten wel hoe een trein doet en wat er belangrijk is.

We gingen naar het speellokaal en daar kregen 4 kinderen van mij de witte kanjerpet op. Dit was de pet van de machinist (die een kanjer is). Deze vier kinderen waren de voorkant van de trein en daar achter maakte ik groepjes. Elk groepje ging in een rij staan en op de muziek (trein muziek) gingen we rondjes lopen door het speellokaal, goed achter elkaar. Als de muziek sneller ging , ging de trein ook sneller, ging deze langzamer ging de trein ook langzamer. Bij de toeter wisselde de machinist door, deze ging achteraan de rij aansluiten en gaf de pet door. Dit hebben we een paar keer gedaan. daarna hebben we een grote trein gemaakt van alle kinderen bij elkaar. Zo kon de machinist goed zien dat groep 1 hem kon helpen. dat zij recht in een rij konden lopen en op de maat van de muziek mee konden lopen.

Eenmaal weer in de klas hebben we samen met de machinist teruggekeken op wat we gedaan hebben, de machinist was tevreden en de kinderen ook. Nu zou alles goed komen met de treinen!